Capoeira Regional in België

Mestre Bimba

Mestre Bimba (° 23 novembert 1899 - † 5 februari 1974)

Mestre Bimba is geboren rond 1900. Hij had twee  geboorteaktes. Eén gedateerd in 1899 en één gedateerd in 1900. Dewelke juist is, weten we niet. Zijn officiële naam was Manuel dos Reis Machado. Hij was ongeveer 74 jaar toen hij stierf.

Mestre Bimba is geboren in de Bairro do Engenho Velho in Salvador, Bahia. Toen hij geboren werd was hij een hele dikke baby. Zijn moeder dacht dat hij een meisje was, terwijl de vroedvrouw dacht dat hij een jongen was. De vroedvrouw bleek gelijk te hebben en riep uit dat hij een ‘bimba’ had. (Mannelijk geslachtsorgaan). Die bijnaam bleef hij meedragen doorheen zijn leven.

Bij verloop van tijd werd de naam van Mestre Bimba alom gerespecteerd. Hij zou later bekend worden als één van de legendarische stichters van hedendaagse capoeira, tezamen met Mestre Pastinha, de stichter van capoeira angola.

Mestre Bimba begon capoeira te leren toen hij 12 jaar oud was. Zijn leraar was een oude, zwarte scheepskapitein, Bentinho genaamd. In die tijd werd capoeira nog altijd vervolgd.

Tijdens zijn leven oefende hij allerlei beroepen uit. Hij was onder andere een mijnwerker, timmerman, magazijnarbeider en wagenmenner. Toch bleef capoeira zijn hoofdbezigheid.

Toen hij ongeveer 18 jaar was, vond Mestre Bimba dat capoeira stuurloos geworden was. Wat vroeger een valabele gevechtsport was, was gereduceerd tot een cultureel gebeuren, waarbij men gebruik maakte van niet meer dan negen bewegingen. In de hedendaagse sequencia alleen al, vind je 17 basisbewegingen.

Bimba besloot om capoeira in ere te herstellen. Hij zocht oude capoeirista’s op om van hen bewegingen te leren. Hij voegde bewegingen uit batuque toe. Batuque was een andere gevechtsport, met Afrikaanse roots, waarvan zijn eigen vader een plaatselijke kampioen was. Ondertussen wordt batuque niet meer beoefend. Ook voegde hij bewegingen toe die hij zelf creëerde. Sommige bronnen beweren dat Bimba uit nog andere gevechtsporten bewegingen nam voor zijn capoeira. Andere bronnen spreken dit tegen, door te zeggen dat deze andere gevechtsporten nog niet waren doorgedrongen tot Brazilië en bijgevolg onbekend waren. Persoonlijk acht ik het mogelijk dat hij in de loop der jaren bewegingen genomen heeft uit Braziliaanse jiu-jitsu, aangezien één van zijn meest vertrouwde leerlingen, Cisnando, bedreven was in deze gevechtsport. Het resultaat van zijn werk was de Luta Regional da Bahia. Bimba profileerde zijn regional als een geheel nieuwe gevechtsport, aangezien capoeira in die tijd nog altijd verboden was.

In 1928 begon een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van capoeira. Ook de manier waarop mensen van Afrikaanse oorsprong in Brazilië werd gezien veranderde. Na een voorstelling in het paleis van de gouverneur van Bahia, Juracy Magalhães, slaagde Bimba erin de autoriteiten te overtuigen van de culturele waarde van capoeira. Het gevolg ervan was, dat capoeira vanaf 1930 niet langer bij wet verboden was. Deze wet was van kracht sinds 1890.

Manuel dos Reis Machado stichtte de eerste capoeiraschool in 1932, de Academia-escola de Cultura Regional, in de the Engenho de Brotas in Salvador, Bahia. Voordien werd capoeira alleen beoefend op straat. Toch bleef capoeira zwaar gediscrimineerd worden door de hogere klasse van de Braziliaanse maarschappij. Om de negatieve reputatie van capoeira en capoeirista’s te veranderen, verhief Bimba de kunst naar een nieuwe en ‘hogere’ standaard.

Om deze hogere standaard te bereiken legde Bimba regels op. Zijn studenten moesten propere, witte uniformen dragen. Zij moesten aantonen dat zij hun best deden op school. Ze moesten streven naar discipline en zichzelf een goede lichaamshouding aanmeten. Om maar enkele dingen te vermelden. Dit had tot gevolg dat dokters, advocaten, politici en mensen uit de middenklasse les begonnen te volgen bij Bimba. Wat tot gevolg had de capoeira van Bimba, steun kreeg en legitimiteit verwierf. Vrouwen waren ook welkom in de lessen van Bimba. Tot op dat moment werden vrouwen niet toegelaten in capoeiraroda’s.

Om zijn vechtstijl te testen tegen andere gevechtsporten en waarschijnlijk ook om publiciteit te maken, verklaarde Bimba in 1936 dat hij tegen iedereen zou vechten die het wou. De beste vechters van Bahia gingen de uitdaging aan. In dat jaar vocht hij tegen vier uitdagers. Hij vocht tegen Vítor Benedito Lopes, Henrique Bahia, José Custódio dos Santos ("Zé I") and Américo Ciência. Bimba won elke match. Daarna wou niemand Bimba nog uitdagen.

In 1937 kreeg Bimba het staatscertificaat van het ministerie van onderwijs nadat hij geïnviteerd was geweest om capoeira te presenteren aan de toenmalige president van Brazilië, Getúlio Dorneles Vargas.

In 1942 opende Mestre Bimba zijn twee school aan de Terreiro de Jesus op de Rua das Laranjeiras. Deze school is nog altijd open tot de dag van vandaag. Ze was onder toezicht van één van zijn voormalige studenten, “Vermelho” tot in het begin van de jaren ’80. Vervolgens kwam de school onder de hoede van Mestre Almiro, vooraleer ze werd overgedragen aan Mestre Bamba, de man die de school vandaag de dag nog leidt. Mestre Bimba gaf ook les aan het leger en op de politieacademie. Hij wordt vaak beschouwd als de vader van moderne capoeira.

Er zijn heel wat belangrijke mensen uit de toenmalige Braziliaanse maatschappij die hij tot zijn leerlingen heeft kunnen rekenen. Zoals er zijn: Dr. Joaquim de Araújo Lima (voormalig gouverneur), Jaime Tavares, Rui Gouveia, Alberto Barreto, Jaime Machado, Delsimar Cavalvanti, César Sá, Decio Seabra, José Sisnando en vele anderen.

Ongelukkig door valse beloftes en gebrek aan steun van de lokale authoriteiten in Bahia, verhuisde hij naar Goiânia in 1973 op uitnodiging van een voormalig student. Hij stierf een jaar later, op 5 februari 1974, in het Hospital das Clínicas de Goiânia, ten gevolge van een beroerte.

Bimba slaagde erin de originele waarden van capoeira te herwinnen, zoals ze werden toegepast onder de zwarte slaven, eeuwen voor zijn tijd. Voor Bimba was capoeira een gevecht, maar ‘competitiviteit’ moest ten allen tijde vermeden worden. Hij geloofde dat het een gevecht van ‘samenwerking’ was, waar de sterke speler altijd verantwoordelijk was voor de zwakkere speler en hem hielp om uit te blinken in zijn eigen gevechtstechnieken.

Mestre Bimba vocht zijn hele leven voor wat hij dacht dat best was voor capoeira. Na zijn dood in 1974 nam één van zijn zoons, ‘Nenel’ (Manoel Nascimento Machado), de mantel over. Hij was toen 14 jaar. Mestre Nenel is nog altijd verantwoordelijk voor de opmerkelijke culturele en historische erfenis die zijn vader hem naliet. Hij is de voorzitter van ‘Filhos de Bimba Escola de Capoeira’ of FBEC.

 

 

Doorzoek de website

© 2015 Alle rechten voorbehouden.